Ontdekking van de vier Périgord regio’s
De rijkdom en diversiteit van de Périgord wordt gesymboliseerd door een palet van vier kleuren: Perigord Vert, Perigord Blanc, Périgord Noir en Périgord Pourpre. Elk van deze bestemmingen heeft zijn eigen bijzonderheid die verbonden is met de natuur. Maar weet jij wat deze kleuren betekenen? Aan jou de keuze !
In het noorden is de Périgord Vert een golvend groen landschap dat wordt doorkruist door een groot aantal riviertjes. De rivieren Dronne, Bandiat en Auvézère stromen door dit gebied, dat zich uitstrekt van Lanouaille tot La Roche-Chalais, langs Nontron, Brantôme, Bourdeilles en Ribérac. Dit is het land van “Bomen en Water”, van weerspiegelingen en landschappen die schilders inspireren en een gevoel van welzijn van traditie geven.
De Périgord Blanc, in het midden van het departement, is een land van kalksteenplateaus en brede weidevalleien, doorkruist door de Auvézère en de Isle. Van Hautefort tot Montpon, via Périgueux, de hoofdstad van de Périgord, liggen in de Périgord Blanc onder andere de steden Savignac les Eglises, Sorges en zijn truffels, Saint-Astier, Neuvic en Mussidan.
De Périgord Noir, waar camping La Nouvelle Croze ligt, kijkt uit over de valleien van de Vézère en de Dordogne. De landschappen zijn onsterfelijk mooi gebleven sinds de prehistorie! Montignac-Lascaux, Font-de-Gaume, les Eyzies, le Bugue, Limeuil, Terrasson, Saint-Cyprien en Sarlat zijn de hoogtepunten van een prestigieuze tocht. Langs de Dordogne-vallei wordt de historische route regelmatig onderbroken door de kastelen van Montfort, Beynac en Castelnaud.
Als je richting de monding van de Dordogne gaat, kom je de Périgord Pourpre tegen, een welverdiende naam voor de streek Bergerac. In het land van Montaigne zijn wijn en tabak koning, en de Franse en Engelse bastides roepen een pagina uit de geschiedenis en het sociale leven op.
Hier is een idee van de naamkeuze voor elk van hen ? We vertellen je alles!
Périgord Vert: Voor zijn bossen en weelderig groen: dit gebied is bezaaid met weiden, bossen en vlaktes.
Périgord Blanc : Voor de witte kalksteen in de bodem…en ook op de kathedraal van Périgueux… ! 🙂
Périgord Poupre : Voor zijn vele Bergerac wijnstokken, en de kleur van hun druiven, de wijn wat !
Périgord Noir : Vanwege de dichte bossen, die voornamelijk bestaan uit eiken en steeneiken met bijzonder donker gebladerte en altijd groene bladeren.
En nee, dat komt niet door de zwarte truffel! Hoewel truffels ook in onze regio te vinden zijn, komen ze nog meer voor in de Périgord Vert, en daarom is Sorges de truffelhoofdstad van de regio.
Een historisch feitje: de Périgord Noir is de enige naam die al voorkomt in teksten uit de Middeleeuwen. En de naam is eigenlijk minder glorieus: de Périgord Noir stond bekend als een moordend gebied, met veel bandieten die zich schuilhielden in de donkere bossen maar ook in de onverlichte straten van Sarlat in die tijd.
Je weet alles !